Beestenboel

Na een paar uurtjes wieden had ik mijn kruiwegen op zijn kant gezet zodat ‘ie dienst kon doen als relaxstoel. Kruiwagens zitten verrassend lekker als je het mij vraagt. Terwijl ik daar zo zat uit te puffen keek ik naar de wilde bijen die zich tegoed deden aan de doorgeschoten palmkool. Op de lichtgele bloemetjes kwamen heel veel kleine bijtjes af. Zo af en toe landde er een dikke hommel op één van de tere bloemetjes waardoor deze tot aan de grond toe doorboog. Onverstoorbaar en op zijn kop lurkte de hommel haar bloem leeg, waarbij zij in de gaten werd gehouden door een zweefvlieg met gigantische ogen. Zo’n zweefvlieg is bijna meer oog, dan vlieg. Als een mini-helikopter bleef de vlieg stil in de lucht hangen: mechanisch bewoog ze een paar centimeter omhoog, dan weer een klein tikkie recht naar achteren om vervolgens doelgericht op een bloem af te gaan die nog door niemand was bezocht. Alle beestjes bleken zo hun eigen methode te hebben in dit nectarfestijn en samen maakten ze er een zoemend geheel van. Waar een vergeten palmkool al niet goed voor is.

Terwijl ik de vliegende brigade bekeek vroeg ik me af hoeveel dieren Mooyland eigenlijk herbergt. Ik telde vanuit mijn kruiwagen met gemak dertig bijen en hommels. Er vlogen ook heel wat vlinders rond en toen ik zojuist op mijn knieën zat te wieden kwamen er wormen, duizendpoten en een hele schare kleine kruipertjes tevoorschijn. Op de naastgelegen natuurakker hoorde ik de claxon-achtige roep van een fazantenhaan. Hij was eerder parmantig aan de tuinderij voorbij gemarcheerd met twee hennetjes in zijn kielzog. Ik dacht aan mijn bijenkasten. Dat zijn er dit jaar slechts twee, maar samen zijn die twee volken toch goed voor zo’n 80.000 bijen. Boven mijn hoofd joeg een koppel kauwtjes een buizerd weg. Vanuit de houtwal zong de geelgors de vijfde symfonie van Beethoven: “dzi-dzi-dzi-dzi-dzèèèè!”. Schuin voor me viel mijn oog op een gat in de grond. Konijn? Het zou kunnen, laatst zag ik er eentje weghuppen. Heel mooi, want de afgelopen jaren was hier geen konijn meer te bekennen. Dat ze precies mijn tuin als thuis hadden gekozen, en de prei lieten verzakken, nam ik daarom maar voor lief. Ze horen bij de wilde beestenboel op mijn natuurboerderij in wording.

“Ga je koeien nemen?” is na “Heb je al een trekker?” de meest gestelde vraag als ik mensen vertel dat ik een boerderij aan het opstarten ben. “Een varken, dat is ook leuk!” Blijkbaar moet er vee zijn op een boerderij. Of in elk geval zitten er dieren in ons hoofd als we aan een boerderij denken. Niet zo gek, want we zijn allemaal opgegroeid met kinderboeken waarin het romantische verhaal van de boer die op een strootje kauwt – en zijn kip, koe en varken verzorg – wordt verteld. Alsof elke boerderij slechts drie dieren heeft. O wacht, vier, er is ook altijd nog een paard! In werkelijkheid bestaan dit soort boerderijen niet. De meeste veehouderijen anno nu hebben letterlijk een veestapel. Een gigantische stapel. Honderd koeien, vierduizend varkens of twintigduizend kippen is niets.

Zo’n intensieve veehouderij vind ik maar niets. Ik ben meer van de wilde dieren, de dieren die van nature op het land voorkomen. Ik wil van Mooyland een boerderij maken met ongelooflijk veel dierlijk leven, maar geen daarvan zal worden opgehokt in een donkere schuur. Ze mogen vrij rondlopen en vliegen. Ze zullen af en toe een graantje meepikken of een prei doen verzakken, maar ze hebben allemaal een rol in het ecosysteem.

Vanuit mijn kruiwagen deed ik een poging om te begrijpen wat ze komen brengen, al die wilde beesten. Observeren is een belangrijke taak voor een natuurboer als je het mij vraagt. Als je je boerderij ziet als een ecosysteem, dan moet je jezelf steeds weer afvragen hoe je het leven binnen dat systeem kunt faciliteren. Je moet dus af en toe toch even op een strootje kauwen en alles rustig aanschouwen en proberen te begrijpen.

De natuurlijke beestenboel is van harte welkom op Mooyland. Het zijn arbeidskrachten die helpen met het beheersen van plagen, het ‘ploegen’ van de bodem en het verwerken van het afval. Ik doe er dan ook alles aan om zoveel mogelijk leven op Mooyland te krijgen.

Mooyland moet een kleinschalige boerderij met een gigantische beestenboel worden. Vos, kikker, oorwurm en meikever, wees welkom!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *