Verhalen over een landschap van overvloed

10 dingen jij kunt doen om bijensterfte te voorkomen

Onlangs liet ik weten dat alle bijenvolken van Mooyland zijn doodgegaan deze winter. Waardoor? Niemand weet het precies, maar ik hoor helaas dezelfde verhalen van andere imkers om mij heen. 2024 lijkt een rampjaar te worden. Sommige hebben net als ik al hun bijenvolken verloren, sommigen een heel groot deel.

Dat het niet goed gaat met de bijen – zowel wilde bijen als honingbijen – is al jaren bekend. Het is zorgwekkend, want ik hoef je het verhaal van de “bloemetjes en de bijtjes” niet uit te leggen: bijen en andere insecten bestuiven zo’n 75% van onze landbouwgewassen. Dit jaar blijkt echter dat ongeveer een kwart van alle honingbijen is overleden gedurende de winter. Van de wilde bijen (dat zijn zo’n 359 soorten) staat ongeveer 55% op de rode lijst, wat betekent dat ze bedreigd worden door, of kwetsbaar zijn, voor verdere achteruitgang. Het is geen rooskleurig plaatje helaas. De harde realiteit is dat veel bijensoorten, maar ook veel vlinders en andere insecten, het bijzonder moeilijk hebben.

Tot zover het bedroevende nieuws. Het goede nieuws is namelijk dat jij hier heel veel aan kunt doen! Bijensterfte is een groot probleem, maar burgers en consumenten kunnen een groot deel van het probleem oplossen en laten we daar dan nu direct mee beginnen!

Hieronder de praktische dingen die jij vandaag nog kunt doen voor de bijen.

  1. Eet onbespoten eten: beter voor jezelf, beter voor de bij
    Landbouwgif is giftig. Dat is het hele doel van dat spul. Ongewenste belagers van landbouwgewassen moeten op afstand worden gehouden, maar helaas zijn deze middelen niet selectief en helpen ze ook heel veel ander leven – boven en onder de grond – om zeep.

    Ik denk dat jij niet enthousiast wordt van gif op je eten. Toch wordt het gebruikt om het gros van de koekjes, brood, groenten, fruit en zuivel uit de supermarkt te produceren. Het is bizar dat een sector die het leven moet voeden zoveel leven om zeep helpt. Kies daarom voor jezelf en voor de insecten op het land en ga voor biologische of onbespoten producten. Biologische producten herken je aan het groene bio-logo.

    Voor onbespoten groenten zul je naar een lokale tuinder moeten, die kan je precies vertellen hoe de groenten worden geteeld. Niet alle (kleine) boerenbedrijven zijn biologisch gecertificeerd, vaak vanwege de kosten. Maar er zijn heel veel tuinderijen die zonder bio keurmerk verder gaan dan de biologische richtlijnen. Zoek naar agro-ecologische of regeneratieve tuinderijen en je komt in een wereld terecht waarin het leven centraal staat. Beter voor jou, beter voor de bij! En en passant laat je de grote supermarkten – het verlengstuk van de industriele landbouw – links liggen. Zo komt jouw geld bij ondernemers terecht die wél het goede willen doen. Een win-win-win situatie voor jou, de bij en de lokale duurzame boer!

  2. Stop met het kopen van reguliere bloemen en planten
    Veel mensen weten niet dat voor het kweken van huiskamerplanten en tuinplanten veel landbouwgif wordt gebruikt. Een tuincentrum ziet er groen uit, maar is vreemd genoeg eigenlijk een gifcentrum. Dat wil je toch niet in je tuin of huiskamer?

    Hetzelfde geldt voor bloembollen en snijbloemen. In de sierteelt en lelieteelt worden ontzettend veel pesticiden gebruikt. Als je dat eenmaal weet, dan is een bosje bloemen cadeau doen aan iemand toch een beetje een raar gebaar. “Hier, een bosje gif voor jou!”

    Het kan gelukkig ook anders. Ook in deze sector zijn boeren actief die werken zonder gif. Online kan je veel biologische planten en zaden kopen en er zijn veel lokale bloemenpluktuinen die werken zonder gif. Fiets daar een keertje langs en neem een plukabonnement! Wel zo leuk en veel beter voor de bijen dan dat tuincentrum “groen”.  

  3. Zaai inheemse zaden
    Bloemen en bijen horen bij elkaar. Veel wilde bijen en planten zijn van elkaar afhankelijk. Zo zijn er bijensoorten die maar op 1 bloemsoort vliegen en zo hun waardplant bevruchten. Valt de bij weg, dan valt ook de plant weg en andersom. Inheemse planten zijn daarom veel en veel belangrijker dan de bekende sierplanten. Maak ruimte voor inheemse bloeiende planten en struiken en geef jouw lokale bijen hun favoriete eten! Met een beetje zoeken op het internet kan je zakjes zaad en inheemse planten vinden die in jouw regio thuishoren.

  4. Word een luie tuinier
    Tuinieren kan veel makkelijker en veel bijvriendelijker door niets te doen. Nederland is een opgeruimd landje: het gras moet gemaaid, de blaadjes moeten geharkt en de moestuin moet gespit. Waarom weet niemand. Omdat het zo hoort?

    Maar hoort het eigenlijk wel echt zo? Lang gras maakt dat er weidebloemen kunnen bloeien en geeft rupsen de ruimte. Rommelige hoekjes in je tuin zijn ideaal voor hommels en wilde bijen. Die nestelen vaak in de grond en niet in een bijenhotel. De grond omspitten is dan ook geen goed idee, je gooit heel veel bodemleven letterlijk op zijn kop. Gebruik een woelvork en je bent sneller klaar. Een luie tuinier zal meer leven in zijn tuin zien en meer tijd hebben om dat leven te aanschouwen.

    Dus pak je luie stoel en doe gewoon lekker niks.

  5. Maak een bijenparadijs van de berm of het plantsoen voor je huis
    Heb je zelf geen tuin? Of ligt er een strak gemaaide berm of keurig geschoffeld plantsoentje voor je huis? Start dan met guerrilla gardening en neem die levenloze plekken over!

    Zet je berm af met een bordje “maai mij niet” en zaai inheemse bloemzaden in het plantsoen. Vraag je buren hetzelfde te doen. Een beetje burgerlijke ongehoorzaamheid kan geen kwaad en groenbeheerders van jouw gemeente respecteren deze inzet vaak.

    Het kan zelfs leiden tot ecologisch bermbeheer in jouw gemeente. Wij zijn hier in ons kleine dorpje ooit zelf begonnen met ecologisch bermbeheer. Vervolgens gingen veel andere dorpen in de buurt meedoen. En lang verhaal kort: inmiddels worden alle bermen in de hele gemeente ecologisch beheerd. Zo zie je maar dat een klein initiatief een groots effect kan hebben!

  6. Laat de klimop groeien en bloeien
    Als er 1 plant is waar bijen, zweefvliegen en vlinders verzot op zijn, dan is het wel de doodgewone klimop. We benoemen deze plant specifiek omdat hij zo waardevol is en omdat er veel misverstanden over klimop zijn.

    De groenblijvende klimop klimt tegen muren op en in bomen. Helemaal aan het eind van het seizoen – als er bijna niets anders meer in bloei staat – komt de klimop in bloei. Op een warme herfstdag gonst het er werkelijk van de insecten! Ze halen er stuifmeel en nectar voor de winter, super belangrijk dus!

    Mensen denken vaak dat klimop slecht is voor de voegen van een huis. Dat is onjuist. Klimop hecht zich aan bakstenen, maar vreet geen huizen op. (Tenminste, dat is nog nooit ergens vastgesteld.) Klimop in grote volwassen bomen kan ook geen kwaad. De boom is slechts de gastheer van de klimop. De klimop voedt zichzelf met zijn eigen wortels, hij onttrekt geen voedsel uit zijn gastheer. Hij wurgt de boom ook niet en hij neemt ook niet de hele kroon over. Kijk maar eens goed: de klimop gaat niet verder dan tweederde van de kroon en laat zo licht over voor de gastheer. De boom doden zou heel onverstandig zijn voor de klimop, want dan valt hij met gastheer en al om. De natuur zit slim in elkaar!

  7. Maak een bijenkroeg
    Bijen hebben naast bloemen ook drinkwater nodig. Veel oppervlaktewater is helaas vervuild, maar jij kan ze schoon water geven. Vul een bak of drinkschaal met kraanwater of regenwater. Leg er wat stenen in die boven het water uitsteken. Je zult zien dat er binnen de kortste keren bijen en zweefvliegen komen drinken!

    Honingbijen nemen het water mee naar hun bijenkast. Daar gebruiken ze het water om de temperatuur te regelen. Ze smeren het water op de randen van hun raten en houden zo de luchtvochtigheid op peil. Slim toch?

  8. Word geen imker, word landschapshersteller
    Toen ik in 2010 betrokken raakte bij het “Jaar van de Bij” en doorkreeg hoe erg het (toen al) gesteld was met de bijen ben ik direct een imkercursus gaan volgen. Ik dacht dat ik moest imkeren om de bijen te redden. Ik dacht bij bijen aan honingbijen en had toen nog geen weet van de 350 andere soorten wilde bijen in Nederland.

    Zowel de honingbijen die in grote volken leven als de wilde bijen die solitair of in kleine volkjes leven (bijv. de hommel) hebben het moeilijk. De honingbij heeft echter een baasje dat voor ze kan zorgen, de wilde bijen hebben zo’n baasje niet. Honingbijen kunnen wilde bijen in de weg zitten omdat honingbijen generalisten zijn (ze vliegen op alle soorten bloemen) en wilde bijen zijn vaak specialisten (ze vliegen maar op één of enkele soorten bloemen). Als er teveel honingbijen in een gebied zijn dan kan er voedselconcurrentie ontstaan. Dat is een wezenlijk probleem, maar het is echter niet de schuld van de honingbij. Het is het resultaat van wat ik “bloemarmoede” noem. Het landschap is te schraal geworden om grote concentraties bijen te dragen en dus moeten er niet meer bijen en imkers bijkomen, er moeten juist meer bloemen bijkomen! Meer bloesem, meer rommelige overhoekjes, meer bermen met lang gras en bloemen, meer natuurinclusieve landbouw en meer tuinen vol bloemen, dat helpt de bijen! Dus als je echt iets wilt doen, maak daar dan werk van.

    Begrijp me goed: imkeren is een bijzonder interessante hobby, het brengt je echt dichterbij de bij, maar ik zie inmiddels wel in dat imkeren niet de oplossing is voor bijensterfte. Ik zie mijn honingbijen als een spiegel van het landschap. Bij Mooyland imkeren wij niet voor de honing, maar voor de bestuiving. Bijen horen erbij. We hanteren een voorzorgsprincipe voor het aantal honingbijvolken en we reizen nooit met onze bijen. We imkeren op kleine schaal en we werken op grote schaal aan landschapsherstel door het aanplanten van nieuwe boomgaarden, heggen, houtwallen en het aanleggen van poelen. Daarnaast ontwikkelen we onze natuurboerderij die ook weer bijdraagt aan meer leven. Zo werken we aan een landschap van overvloed waarin wilde bijen en honingbijen met gemak naast elkaar kunnen leven! Nogmaals, het is niet de schuld van de honingbij dat het slecht gaat met de wilde bij…. In een gezond en levend landschap is ruimte genoeg voor alle”bij”.

  9. Gebruik geen gif
    Een beetje gif is ook giftig. Gebruik het gewoon niet, ook niet in je tuin. Mensen wijzen vaak met een beschuldigend vingertje naar de landbouw als het gaat om gif, maar spuiten ondertussen wel vrolijk “een beetje” gif in de moestuin of op de oprit. Doe het gewoon niet. Gif is gif. Gif is giftig. Gif is rotzooi. Het sijpelt uit jouw tuin in het oppervlakte- en grondwater en slechts een klein beetje gif is genoeg om insecten die dat water drinken om te leggen. Ook biologische middelen zijn giftig trouwens, anders zouden ze niet werken. Gebruik het gewoon niet. Zorg voor balans in je tuin en je hebt geen gif nodig.

  10. Vertel dit door aan anderen
    Deze blog is niet volledig en er is nog veel meer te vertellen en te doen voor de bijen. Tips en tricks zijn welkom hieronder! Vertel het verhaal vooral door aan anderen en deel deze blog naar hartelust. Hoe meer mensen werk maken van een bloeiend landschap, hoe beter! Houd je niet in, er is geen tijd te verliezen, het gaat echt bijzonder slecht met de bijen dus is er haast geboden.

    Ga vandaag nog aan de slag! Dat maakt jou en de bij heel blij!


Over de auteur
Frank Rozendaal is oprichter van Mooyland en imker sinds 2011. In de winter van 2023/2024 gingen al zijn bijen dood. Dat was nog nooit eerder gebeurt en het was een triest moment, maar Frank laat het er niet bij zitten. Met Mooyland werkt hij aan een landschap van overvloed. Mooyland is begonnen als cidermakerij en wordt nu doorontwikkeld naar natuurboerderij. Daarnaast werkt hij met Stichting Mooyland aan landschapsherstel. Met deze stichting maakt Mooyland mooie meters in het landschap. We kopen m2 meters natuur- en landbouwgrond aan en we leggen strekkende meters aan in de vorm van heggen en houtwallen. Zo geven we ruimte aan alles wat leeft en bloeit. Steun Stichting Mooyland met een gift of word donateur. Elke meter is welkom! Alvast bedankt namens de bijen en namens het landschap!

4 reacties op “10 dingen jij kunt doen om bijensterfte te voorkomen”

  1. Leendert Kamerling avatar
    Leendert Kamerling

    Goede tips hoor maar los de bijensterfte niet op. Er is een virus die ondanks alle goede zorgen onze bijen bedreigen. Hou al 50 jaar bijen op de meest natuurlijke manier en sinds 2019 heb ik jaarlijks met dode volken te maken. De omstandigheden zijn niet veranderd, voldoende voer gevarieerd stuifmeel en alle goede verzorging ten spijt. Woon niet in een land- tuinbouwgebied en vastgesteld kan worden dat vergiftiging vrijwel uitgesloten kan worden. Goed en gedegen onderzoek naar de werkelijke oorzaak is noodzakelijk en intussen is het goed deze tien tips toe te passen.

    1. Frank Rozendaal van Mooyland avatar

      Hoi Leendert, 50 jaar imker! Dat is een mijlpaal! Bedoel je met een “virus” varroa besmetting of iets anders? Ik denk niet dat we de bijensterfte oplossen met mijn 10 tips. Als ik wist waar het aan lag, dan was het al opgelost. Maar dit helpt in elk geval. Hoor graag aan wat voor virus jij denkt. Dank voor je reactie alvast.

      1. Hann vV avatar
        Hann vV

        Electrostraling zeer funest voor al het levende organisme maar primair dodelijk voor insektenwereld

        1. Frank Rozendaal van Mooyland avatar

          Hoi Han, goede toevoeging, die had ik hier nog niet genoemd. 5G etc neemt almaar toe.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *